Mel Porter is eindelijk vrij. Verlost van een huwelijk waarin ze stelselmatig gekleineerd werd. Met het geld van de scheiding heeft ze een oude boerderij gekocht, met een aantal vakantiehuisjes die ze eigenhandig heeft opgeknapt. En al zal het nog wel even duren voor ze haar zelfvertrouwen helemaal terug heeft, het leven lacht haar tenminste weer toe. Een van haar eerste huurders is Flynn Randall. Hij komt uit hetzelfde milieu als haar ex, een milieu waarin zij zich absoluut niet thuisvoelt, zodat haar onzekerheid onmiddellijk weer de kop opsteekt. Hij blijkt echter zo anders – vriendelijk, oprecht, intens begaan met zijn langzaam aftakelende vader – dat ze haar reserves al gauw verliest. Tot hij haar laat merken dat hij meer voor haar is gaan voelen dan de vriendschap waarbij ze zich veilig waande. Daar schrikt ze zo van, dat ze hem ruw van zich afduwt en daarmee haar kans op geluk onherroepelijk verspeelt. Denkt ze, maar Flynn heeft geduld, ook met haar…